Henk en Jeroen Joop zijn sinds jaar en dag, samen met gastheer Ernest van Voorst, de gezichten van de perskamer van PEC Zwolle. Een vader en zoon uit Ommen die ooit na een belletje vanuit Haarlem in Zwolle werden binnengehaald. Henk is 78 jaar, zoon Jeroen 47. Na dit seizoen zet het tweetal een punt achter hun imposante vrijwilligerscarrière bij de club.
Transfer van HFC Haarlem naar FC Zwolle
,,Negentien jaar geleden, nog in het oude stadion, zijn we hier begonnen. De perskamer toen was een hok. Een houten hok. En heel klein.” Aan het woord is vader Henk Joop. ,,Ik was begin deze eeuw vrijwilliger bij HFC Haarlem. Mijn vrouw kwam toen in Zwolle te werken. Daarop besloten we in de buurt van Zwolle te gaan wonen en zo kwamen we in Ommen terecht. Toen heeft HFC Haarlem naar FC Zwolle gebeld. Een kennis van Ard de Graaf, toen nog werkzaam bij Zwolle, werkte bij HFC en kende Ard uit zijn studententijd. Hij zei toen: 'Ard, er komt een goede vrijwilliger jullie kant op'. Ard nam vervolgens contact met me op en vertelde dat er een vacature was voor in de perskamer. Het gesprek liep heel prettig en daarin heb ik weten te bedingen dat Jeroen mee mocht en zo geschiedde.”
Persoonlijke ontwikkeling
Zoon Jeroen heeft de ziekte Von Recklinghausen en daarbij ook een verstandelijke beperking. Maar dat heeft nooit voor belemmeringen gezorgd. Of zoals Jeroen zelf zegt: ,,Ik heb op een ZMLK-school gezeten, maar noemde het zelf altijd de universiteit voor zwakbegaafden.” Zijn takenpakket bij eerst FC en later PEC Zwolle was duidelijk: zorgen dat het de mensen van de pers aan niets ontbreekt.
Jeroen: ,,In het begin was mijn taak koffie en thee schenken en frisdrank. Broodjes waren er toen nog niet. Na de wedstrijd kwamen er wel hapjes. De eerste keren vond ik dat best spannend. Ik moest namelijk ook de opstellingen ophalen en die in de persruimte uitdelen. Iedereen probeerde dan die opstellingen uit m’n handen te rukken, want dat was voor iedereen heel belangrijk.” Henk herinnert het zich nog goed, de eerste keren dat Jeroen meeging. ,,In het begin moest ik hem aan de hand overal mee naar toe nemen. Hij durfde namelijk niet zo goed alleen op mensen af te stappen en contact te maken. De overgang naar het nieuwe stadion, vond hij eng. Naar het spelershome lopen, dat deden we samen. Als je ziet hoe Jeroen zich in al die jaren ontwikkeld heeft hier bij PEC Zwolle, dat is echt geweldig! Hij neem zelf initiatief, spreekt mensen aan. Ook het journaille of bekende Nederlanders die hier binnenkomen. Hij gaat er nu spontaan mee praten, zoals vorig jaar met Edwin van der Sar. Je merkt ook andersom dat ze Jeroen nu allemaal kennen. Hans Kraay bijvoorbeeld, maakt ook altijd een praatje met hem.”
Chef Koelkast
De overgang van het oude Oosterenkstadion naar het in aanbouw zijnde nieuwe stadion, was een hele stap, weet vader Henk nog goed. ,,Eerst, toen het stadion nog in aanbouw was, zaten we in een soort bouwcontainer achter de oosttribune, die op dat moment als enige overeind stond. Dat was een hele krappe persruimte. Daarna kwamen we in het nieuwe stadion in de huidige perskamer terecht.” Dit werd de vaste werkplaats voor vader en zoon Joop. Henk bekommerde zich over de fotografen en de mensen van de NOS die een radiokastje nodig hadden en Jeroen tapte koffie, thee en schonk frisdrank in. Op deze plek kreeg hij ook zijn bijnaam, Chef Koelkast. ,,Hoe dat ontstaan is weet ik eigenlijk niet, maar ik stond natuurlijk altijd bij de koelkast. Ik vond het wel grappig dat ze me die bijnaam gaven. Joep Schreuder van de NOS is zelfs een keer langs geweest om een item over mijn vader en mij te maken. We werden toen door een cameraploeg gevolgd en op het veld geïnterviewd. Dat hebben ze toen hier gemonteerd en nog dezelfde middag werd dit door de NOS uitgezonden. Nou, dat was een hele belevenis.”
Hapjes voor Jaap Stam
Het tweetal heeft tal van anekdotes verzameld in al die jaren en bijzondere contacten opgedaan. Henk: ,,Na de wedstrijd was er vroeger altijd nog een persconferentie met beide trainers. Dat was vaak heel gezellig. Dan werden er ook schalen met hapjes gebracht, die Jeroen dan mocht uitdelen. Jeroen hield er dan altijd een paar voor Jaap Stam apart. Jaap was toen nog assistent van Art Langeler en altijd als hij na de wedstrijd de perskamer binnenkwam zei hij tegen Jeroen: ‘jij bent mijn vriend’.” ,,Meestal als de trainers kwamen, waren de hapjes al op”, herinnert Jeroen zich nog. ,,Toen heb ik er een keer wat achtergehouden voor Jaap met een bordje erbij: 'gereserveerd'. Dat kon hij wel waarderen.” Maar niet alleen met Jaap Stam, die later als hoofdtrainer nog terugkeerde, had Jeroen goed contact. Ook enkele (oud-)spelers hebben een bijzonder plekje in zijn hart. Lennart Thy bijvoorbeeld en Thomas van den Belt. Maar één speler heeft een streepje voor op de rest.
Darryl Lachman
,,Ik heb twee wedstrijdshirts van Darryl Lachman, van toen hij hier nog speelde en een shirt van zijn tijd bij Willem II. Ook heb ik een shirt gekregen van Lennart Thy en van Donny van de Beek, van Ajax. Dat hangt allemaal aan de muur in mijn slaapkamer.” De band met Lachman is een hele bijzondere, vertelt vader Henk: ,,Darryl kwam uit Zaandam en Jeroen ook. Ze hebben allebei bij Hellas Sport Combinatie gevoetbald. Jeroen zat daar in het G-team. Toen Darryl hier kwam, kende hij het G-team van Jeroen nog. Dus dat heeft altijd voor een bepaalde binding gezorgd. En ook met Regillio Vrede heeft hij altijd een hele leuke klik. Echt een beer van een vent. Die was onder meer assistent bij RKC en Roda JC. Na de wedstrijd kwam hij dan altijd de perskamer in en zei hij: ‘eerst even naar mijn vriend’. Dan had Jeroen al een drankje voor hem klaarstaan. Van die positieve aandacht groeide Jeroen zijn zelfvertrouwen.”
Stoppen
Lichamelijk gaat het nu wat minder met Jeroen, die vroeger een fanatiek sporter was en diverse medailles vergaarde met hardlopen, zelfs op de ‘Special Olympics’. ,,Jeroen heeft een halve marathon in Japan gelopen, waar hij tweede werd. Hij heeft wereldkampioenschappen in Portugal gelopen, verschillende medailles op Nederlandse kampioenschappen behaald. Twee keer zilver op de ‘Special Olympics’ en ga zo maar door. Zijn knieën en rug zijn nu zijn zwakke punten, waardoor hij niet te lang kan staan. Zelf ben ik inmiddels 78 jaar. De wedstrijden hier kijk ik niet, dat vind ik te spannend. Daarom zit ik onder de wedstrijd meestal binnen en doe ik mijn hoorapparaten uit, waardoor ik niets meekrijg van de wedstrijd. Op tv kijk ik ook geen livewedstrijden van PEC Zwolle. Dat vind ik veel te spannend. Jeroen wel, die kijkt op zijn iPad. Eind vorig jaar hebben we aangekondigd na dit seizoen te zullen stoppen. Het is jammer dat we na dit seizoen stoppen, maar we kijken met veel genoegen terug en zullen hier echt nog wel over de vloer komen.”
Bron: www.peczwolle.nl